Een bevrijding om te vieren

De bevrijdingsdag wordt gevierd; bevrijd van het juk van de bezetter, het vieren van het verlost zijn van een last, een last die een ander aan je heeft opgelegd.

Hoe zag die last van die ander er uit?
Was het een hogere belasting om de oorlog te kunnen financieren?
Was het de onteigening van onroerend goed en van (landbouw-)grond?
Was het de avondklok?
Was het de verplichte ziekenfondspremie?
Was het het buitensluiten en zelfs opsluiten van een ander soort mensen?
Was het de angst om opgepakt te kunnen worden als je niet gehoorzaamde of iets anders geloofde?

En wie was dan die ander?
Sprak die een andere taal?
Had die een ander verhaal?
Een ander geloof?
Was die ander van een ander ras?
Behoort die ander slechts tot het verleden?

Mijn bevroeden is dat die ander er nog steeds is, zo ook die last.
Dat besef bevrijdt mij van een illusie. Dat besef noodt mij om te vieren.